Lees deze nieuwsbrief online | Klik hier om je in te schrijven
Werk je als overheidsprofessional aan een duurzame transitie? Dan herken je je misschien wel in deze worsteling.
Ik heb het voorrecht om met jullie te werken: de ambtenaren die zich onvermoeibaar inzetten voor een circulaire economie, eerlijke energietransitie of een volhoudbaar landbouwsysteem. Die handelen vanuit langetermijnperspectief, publiek belang en goed bestuur.
Maar ook – of juist? – met zo’n instelling loop je soms vast. Kom je klem te zitten tussen wat je vindt dat zou moeten, wat je denkt te mogen en de ruimte die je daarvoor krijgt.
Hoe creëer je dan ruimte in je werk om jouw transitie-opgave écht verder te brengen?
In deze nieuwsbrief:
- Waarom transitiewerk schuurt met de klassieke ambtenarenrol
- Voorbeelden van dilemma’s uit de praktijk
- Drie tactieken om ambtelijke ruimte te creëren
Waarom schuurt transitiewerk met de klassieke ambtenarenrol?
Bestuurlijke tradities bestaan niet voor niets. De rechtmatige, presterende en samenwerkende overheid schrijft voor dat je als ambtenaar:
- gebonden bent aan strikte regels en procedures
- de markt ruimte moet geven
- pas mag ingrijpen bij voldoende draagvlak
Maar werken aan transities vraagt méér van een ambtenaar. Bijvoorbeeld: als overheid helder uitspreken waar we naartoe gaan. Of oude, niet-duurzame praktijken afbouwen. Dat wringt met de bestaande bestuurlijke norm.
Daarmee zit je als overheidsprofessional in een spagaat: je wilt een transitie versnellen, maar het systeem is daar (nog) niet op ingericht.
Voor effectief transitiewerk is initiatief, creativiteit, ondernemerschap en lef nodig. Buiten de gebaande paden treden. En dat schuurt, want traditioneel verwachten we van ambtenaren dat ze neutraal en objectief beleid uitvoeren.
Transitiewetenschapper Rik Braams beschrijft in zijn proefschrift hoe overheden omgaan met transities en welke rol ambtenaren daarin spelen. De publieksversie, De Transformatieve Overheid, bundelt columns, interviews en praktische inzichten (leestip!).
We zetten dit gedachtegoed regelmatig in bij onze opdrachten.
Dilemma’s uit de praktijk
In mijn werk spreek ik veel ambtenaren die met deze spagaat worstelen.
Bijvoorbeeld in de energietransitie. Je werkt aan een proeftuinwijk, en collega’s vrezen precedentwerking: als deze wijk extra ondersteuning en middelen krijgt, moeten andere wijken dat dan ook? Zijn de juridische uitzonderingen die hier gelden straks de nieuwe norm?
De bestuurlijke traditie schrijft voor dat je gelijk moet handelen. Maar transities vragen juist om echte experimenten – en dus om uitzonderingen mogen maken.
Of neem een dilemma uit de landbouwtransitie. Onderzoek laat zien dat gewasbestrijdingsmiddelen risico’s opleveren. De landelijke overheid is nog zoekende naar passend beleid. Maar ambtenaren op provinciaal niveau maken zich zorgen over de (volks)gezondheid. Hoe ver kun je dan gaan in je advies over normering en afbouw van deze middelen? Blijf je neutraal en schets je verschillende scenario’s? Of neem je stelling en geef je een duidelijke richting mee?
In de kern gaan deze dilemma’s over de vraag: hoe creëer je ruimte om te doen wat nodig is voor de transitie?
Drie tactieken om ruimte te bouwen
Om ambtenaren te helpen hierin behendiger te worden, schreef ik vorig jaar samen met mede-onderzoekers van DRIFT en GovernEUR het rapport Ambtelijke Ruimte Bouwen. Gebaseerd op diepte-interviews met ambtenaren en theoretisch onderzoek.
Om de inhoud van het rapport tot leven te brengen, ontwikkelden we een kaartspel met 32 tactieken.
De tactieken helpen je om dilemma’s bespreekbaar te maken – zonder te verzanden in fundamentele discussies over wat een ambtenaar wel of niet mag (die eindeloos kunnen worden – sla de kranten er maar op na). Ze nodigen uit om bewust en tactisch te kijken naar de ruimte die je kunt creëren. In je eigen organisatie én richting politiek en samenleving.
Het rapport en het kaartspel zijn ontwikkeld rond casuïstiek uit de lokale energietransitie. Inmiddels zetten we het spel ook in bij ministeries, provincies en in andere transitieopgaven, zoals landbouw en circulaire economie.