De oogst #2: Zomer op Tuin Kansrijk

Voedsel en landbouw Kennis delen Vernieuwing realiseren

Aylin Özalp (zij/haar)

Transitiemaker

Vincent Oberdorf (hij/ hem)

Transitiepionier

De dagelijkse transitiepraktijk is weerbarstig – en mateloos interessant. Een aantal van onze transitiemakers pioniert in die praktijk. De een zet een burgerboerderij op, de ander een biologische zelfoogsttuin. Er ontstaat een nieuwe leefgemeenschap en er wordt circulair zelfgebouwd. En dan is er nog Squarewise zelf: steward owned and learning.

Onze inzichten, lessen en ervaringen delen we maandelijks in ‘De oogst’. Elk seizoen checken we in bij onze collega’s die – veelal letterlijk – met hun voeten in de modder staan.

Deze editie: zomer op Tuin Kansrijk. Het seizoen waarin alles in het licht komt te staan. Dat wat je hebt opgebouwd in de eerste helft van het jaar. En ook dat wat niet kloppend of passend (meer) is.

Bonen in de knel
Wie Tuin Kansrijk bezoekt, ziet een enorme diversiteit aan groenten en fruit. Die variatie is geen toeval, maar een bewuste strategie. Dit jaar bleek waarom. ‘We hebben altijd een grote, overvloedige bonenteelt gehad,’ vertelt Vincent. ‘Maar dit jaar ging het voor het eerst mis. Door de droogte en hitte kwamen de bonen slecht op, ze klommen nauwelijks, en door (de plantziekte) spint vielen veel planten uit. Dat ligt niet aan ons, maar aan het klimaat. Daar moeten we op anticiperen.’

Extra beregenen hielp niet genoeg. De oplossing zit in diversiteit: vijftig verschillende gewassen die elkaar opvangen. Als de bonen tegenvallen, lukt de kool of de courgette wél. Voor de leden van de voedselgemeenschap betekent dit dat er altijd een aantrekkelijk aanbod blijft, ondanks de grillen van het weer.

Voedsel is nooit neutraal
Op Kansrijk draait het om meer dan oogsten alleen. Voedsel verbouwen is volgens de tuinders een politieke daad. ‘Voedsel produceren is niet neutraal, het gaat over hoe je met land en bodem omgaat, maar ook over solidariteit.’

Dat werd het afgelopen jaar heel concreet in de zoektocht naar verbinding met Palestijnse boeren. Via ecologennetwerk ASEED ontstond contact, en nu zoekt de tuin naar manieren om agro-ecologische principes in de praktijk te koppelen aan mondiale solidariteit. ‘Het is krachtig om je uit te spreken van voedselproducent tot voedselproducent – dat is universeel en daar kan niemand iets tegenin brengen. We hopen te kunnen levelen van boer tot boer, en zo een gelijkwaardige relatie te vinden, ondanks de ongelijkheid van de situatie. Soms gaat het er simpelweg om dat mensen merken dat ze niet vergeten worden.’

Die solidariteit wordt ook gedeeld met de leden van Tuin Kansrijk. In een recente nieuwsbrief kregen zij niet alleen praktische tips, maar ook de principes van agro-ecologie én een oproep tot actie.

 

Op weg naar een jaarrond aanbod
De grote ambitie nu: een jaarrond aanbod. Van 30 weken naar 52 weken groenten betekent r een nieuwe aanpak. Samenwerken met akkerbouwers speelt daarin een sleutelrol. Zij kunnen een beperkte variëteit in grote hoeveelheden en met hoge kwaliteit leveren, en ze hebben koelopslag. Tuin Kansrijk vult dat aan met seizoensproducten en diversiteit.

Ook experimenteert chef teeltplan Evelien met winterteelt. Ze bereidt nu een bed met bloemkool voor dat pas in februari of maart geoogst kan worden. ‘Teelt in de winter is een vak apart. We gaan veel leren terwijl we het doen,’ klinkt het nuchter. Dat het mis kan gaan, weten ze hi

er op de tuin. Daarin is de communicatie naar leden cruciaal: ze kopen geen standaard groentepakket, maar investeren in ontwikkelruimte en pionierschap.

Om die stap te maken geeft Kansrijk dit jaar 150 extra aandelen uit, bovenop de 350 die al verkocht zijn. ‘We vertrouwen erop dat mensen begrijpen dat het om meer gaat dan een rekensom van prijs versus groenten. Het gaat erom dat je ons de ruimte geeft om te ontwikkelen,’ zegt Vincent. 

Wie hoort erbij?
De vraag wie onderdeel kan worden van de voedselgemeenschap is minstens zo belangrijk als de vraag wat er groeit. Toegankelijkheid is een kernwaarde. Mensen die geen aandeel kunnen betalen of zonder papieren leven, betrekt de Tuin via netwerken betrokken. Ook de queer- en transgemeenschap krijgen nadrukkelijk een plek, mede dankzij vrijwilligers uit die groepen die actief meedenken over hoe de tuin veilig en inclusief kan zijn. 

Vorig jaar nodigde Kansrijk een groep vrouwen uit Overvecht uit. ‘Mensen met een bi-culturele achtergrond, voornamelijk Nederlands-Marokkaanse vrouwen. Via ons netwerk in de wijk kwamen we met hen in contact. We leerden dat er financiële maar ook sociale drempels zijn, bijvoorbeeld als je hier de enige bent die een hoofddoek draagt. En dat je niet alles van tevoren kunt analyseren. We leren het meest door gewoon te doen, door echte ontmoetingen. De uitdaging was dit seizoen: hoe zorgen we dat deze groep terugkomt? Dat lijkt goed te lukken.’ 

Pionieren met trots en zorg
Het pionieren gaat gepaard met zorgen en trots tegelijk. De dassen die vorig jaar de mais teisterden bleven dit jaar weg, waarschijnlijk dankzij de waakse tuinhond en een nachtelijk kampeeravontuur van een van de tuinders. Ondertussen wordt er gewerkt aan nieuwe plannen: het jaarrond aanbod, meer inclusiviteit, en internationale solidariteit.

En hoe voelt dat, aan het eind van de zomer? ‘Eigenlijk wel goed,’ lacht Vincent. ‘Een grapje onder tuinders is dat iedereen in september instort, maar dit jaar heb ik juist meer energie dan voorgaande jaren. Ik ben trots op ons team. Tegelijkertijd is de situatie in de rest van de wereld totaal bizar. Dat moeten we niet mooier maken dan het is. Het heeft impact. Maar dáárin ligt ook onze drijfveer. Dáárom pionieren we.’

Tot in de herfst.